Blijf kijken naar alles wat er om je heen gebeurt. Let op spiegelingen.

Maak een foto als je wat moois ziet, en nog een en nog een! Alleen door het vaak te doen leer je beter kijken en daardoor beter fotograferen.

Loop om je onderwerp heen, ga door je knieën of ga iets hoger staan om het van alle kanten te bekijken.
Verander van perspectief. Maak foto’s!

Maak een spannende uitsnede. Dus niet altijd de horizon of het onderwerp keurig in het midden van de foto.

Het is fijn als je foto een duidelijk onderwerp heeft. Laat alles wat er niet toe doet buiten beeld.

Probeer elke dag een foto te maken en geniet van het moment.

Word iemand die van foto’s maken houdt. Dan ben je geen fotograaf maar een fotograag!

Ook simpele dagelijkse voorwerpen zijn prachtig om te foto­graferen. Kijk eens met een frisse blik.

Leer betere foto’s te maken door te bedenken waarom je een mooie foto van een ander nou precies zo goed vindt.

Het wordt spannend als de zon schijnt!
Let eens op schaduwen.

Lees de gebruiksaanwijzing van je camera/telefoon en benut de mogelijkheden.